Daniël breekt dagelijks de tent af. Letterlijk, hij is namelijk onze brekermachinist. Met behulp van brute kracht van de shovel tot de rups, breekt hij het puin en zorgt dat dit netjes afgevoerd wordt. Hij start zijn dag het liefst met een bakkie en een praatje met collega’s. Vervolgens aan het werk met het motto ‘Moet het af, dan maken we ’t af’. Klasse.
Je vindt Daniël maar weinig op een van onze locaties, maar vaak op klussen door het hele land: hij zit namelijk het meeste van zijn tijd in de kost. Net als Mike is Daniël terug van weggeweest. Hij was nog bij zijn vorige werkgever toen hij een belletje van een oud-kraanmachinist kreeg. Met een gloednieuwe werkplaats waarbij ook zijn machine strak wordt onderhouden, kon hij geen nee zeggen.
‘Op sommige klussen heb je niet meer ruimte dan een postzegel, dus dan moet je slimme oplossingen bedenken.’
Aan verantwoordelijkheid in zijn werk geen gebrek: hij is zelf verantwoordelijk voor het klein onderhoud aan de machine, om de hele dag de machine te laten draaien. Maar soms gaat het ook weleens goed mis: ‘Een keer voelde ik de bouten langs m’n overall vliegen.’ Dat lost hij dan met zijn collega’s op. ‘Mijn collega’s hebben geen 9-tot-5-mentaliteit. Op vrijdag stond er een kippertrailer met een lekke band, maar niemand pakte een biertje voordat het was opgelost en de trailer weer op de zaak stond. Maar als je dan wat extra uurtjes maakt, wordt dat ook echt gewaardeerd,’ vertelt hij. ‘Een dag een uurtje extra is de volgende dag een uurtje minder, daar wordt niet moeilijk over gedaan.’
‘Op sommige klussen heb je niet meer ruimte dan een postzegel, dus dan moet je slimme oplossingen bedenken,’ vertelt hij. Maar hij kan rekenen op zijn collega’s die écht iets over hebben voor elkaar. Schouders eronder én gaan. Dat geldt overigens ook voor de directie. Is er iets aan de hand? Dan kun je gewoon naar de baas stappen en zoek je samen naar een oplossing. De gezellige bedrijfsfeestjes én het wekelijkse vrijdagmiddag friet-uurtje dragen alleen maar bij aan de goede sfeer binnen Kok. Dat vinden wij alleen maar goed om te horen, Daniël!